Hannah Arendt over de woningcrisis, solidariteit en politiek onbehagen

Jonge Hannah Arendt thuis in haar woonkamer (afbeelding: MidJourney)

In een column in NRC bespreekt Floor Rusman de crisis op de Nederlandse woningmarkt en de bredere implicaties daarvan voor het vertrouwen in het politieke en sociale systeem. Rusman stelt dat de schaarste aan betaalbare woningen niet alleen een praktisch probleem is, maar ook het geloof in meritocratie en rechtvaardigheid ondermijnt. Mensen ervaren dat hun inspanningen niet langer worden beloond zoals verwacht, omdat factoren zoals de welvaart van ouders, sociale connecties of puur geluk nu bepalen wie toegang krijgt tot een woning. Deze willekeur tast het vertrouwen aan in een systeem dat beweert inspanning te belonen, wat kan leiden tot een afname van solidariteit binnen de samenleving.

Rusman betoogt dat de willekeur op de woningmarkt leidt tot minder solidariteit. Ze verwijst naar de woede die ontstaat wanneer statushouders, bijvoorbeeld, voorrang krijgen op de woningmarkt. Voor veel mensen symboliseert dit de oneerlijkheid van het huidige systeem, waarin de overheid faalt in het waarborgen van basisbehoeften zoals betaalbare huisvesting, maar wel vraagt om solidariteit met nieuwkomers. Dit leidt tot een groeiende kloof tussen overheid en burgers, waarbij de overheid haar deel van de sociale deal niet nakomt, maar wel verwacht dat burgers hun deel blijven bijdragen.

De column eindigt met de conclusie dat het terugdringen van asielmigratie, zoals voorgesteld door het huidige kabinet, niet voldoende zal zijn om het vertrouwen van burgers te herstellen. Om de deal tussen overheid en burgers te herstellen, moet de willekeur op de woningmarkt worden aangepakt en moet de overheid haar verantwoordelijkheid nemen om betaalbare huisvesting voor iedereen te garanderen. Zonder deze maatregelen blijft de solidariteit binnen de samenleving onder druk staan en groeit de politieke onvrede verder.

Interlocutor: Hannah Arendt

Hannah Arendt (1906–1975) was een vooraanstaande politieke denker en filosoof, bekend om haar diepgaande analyses van macht, totalitarisme, en de menselijke conditie. Haar werk is bijzonder relevant voor het begrijpen van de fundamentele uitdagingen waarmee moderne samenlevingen worden geconfronteerd, vooral wanneer het gaat om de rol van de staat en de relatie tussen burgers en overheid.

In “The Human Condition” (1958) onderzoekt Arendt menselijk handelen, publieke ruimte, en de voorwaarden voor vrijheid en gemeenschap. Ze benadrukt het belang van “handelen” als essentieel voor deelname aan het publieke leven. Als de overheid geen adequate huisvesting biedt, ondermijnt dit de mogelijkheden voor burgers om deel te nemen aan de samenleving, wat een bedreiging vormt voor de democratie.

In “On Revolution” (1963) analyseert Arendt hoe revoluties vrijheid vestigen en politieke structuren vernieuwen. Ze vergelijkt de Amerikaanse en Franse revoluties om te begrijpen waarom sommige slagen en andere falen. Arendt had de huidige woningcrisis kunnen zien als een breuk in het sociale contract, wat kan leiden tot politieke instabiliteit en radicale veranderingen.

“The Origins of Totalitarianism” (1951) biedt een analyse van de opkomst van totalitaire regimes en de sociale en politieke omstandigheden die dit mogelijk maken. Arendt waarschuwt dat het falen van de staat om basisbehoeften te vervullen en solidariteit te waarborgen, kan leiden tot instabiliteit en autoritaire tendensen. Dit werk is relevant om de huidige spanningen in de samenleving en mogelijke risico’s beter te begrijpen.

Stel dat we de mogelijkheid hadden om Hannah Arendt deze kwestie voor te leggen. Welke inzichten zouden we krijgen, gebaseerd op haar werken, als zij als stem uit het verleden het woord zou krijgen en we een tijdloze dialoog konden voeren?

Hannah Arendt: Initiële reflectie

De column van Floor Rusman raakt aan enkele kernpunten van mijn werk, met name de relatie tussen de vervulling van basisbehoeften en politieke participatie, en het belang van rechtvaardige instituties. Huisvesting is niet slechts een materiële noodzaak; het is een essentiële voorwaarde voor het kunnen deelnemen aan het publieke leven. Zonder een zekere mate van stabiliteit en veiligheid die een woning biedt, worden mensen gedwongen om al hun energie te wijden aan het vervullen van hun primaire behoeften, waardoor er weinig tot geen ruimte overblijft voor politieke en sociale betrokkenheid.

De willekeur op de huizenmarkt, zoals Rusman beschrijft, schept een situatie waarin het geloof in meritocratie en rechtvaardigheid ernstig wordt aangetast. Dit doet mij denken aan mijn analyse van de “sociale kwestie”, waarbij economische ongelijkheden en sociale problemen de politieke vrijheid bedreigen. Wanneer mensen zien dat hun inspanningen niet in verhouding staan tot hun beloningen, en dat externe factoren zoals welstand van ouders of relaties de doorslag geven, wordt het vertrouwen in het systeem ondermijnd.

Een overheid die faalt in het waarborgen van fundamentele rechten en behoeften, zoals betaalbare huisvesting, verliest haar legitimiteit. Dit falen kan leiden tot een afname van solidariteit en een groeiend gevoel van onrechtvaardigheid onder de burgers. De sociale contracten die de basis vormen van een stabiele samenleving worden dan ondermijnd.

Daarom is het cruciaal dat het nieuwe kabinet prioriteit geeft aan het aanpakken van de woningcrisis. Zonder een rechtvaardig en stabiel huisvestingssysteem kunnen de fundamenten van de politieke en sociale orde niet intact blijven. Het herstellen van vertrouwen in de instituties begint bij het garanderen van de basisvoorwaarden voor een waardig bestaan, zodat burgers zich kunnen richten op hogere orde activiteiten zoals politieke participatie en gemeenschapsvorming.

Mijn verzoek om verheldering

Hoe zou u, in het licht van uw werk in The Human Condition en On Revolution, de rol van de staat definiëren in het herstellen van de publieke sfeer wanneer fundamentele behoeften zoals huisvesting niet worden vervuld? Welke specifieke stappen zou een regering moeten nemen om het vertrouwen van burgers in een rechtvaardig systeem te herstellen en politieke betrokkenheid te bevorderen?

Tweede reflectie

Om de rol van de staat te definiëren in het herstellen van de publieke sfeer, moeten we begrijpen dat de staat een cruciale rol speelt in het waarborgen van de voorwaarden die politieke participatie mogelijk maken. In “The Human Condition” onderscheid ik drie fundamentele menselijke activiteiten: arbeid (labor), werken (work) en handelen (action). Arbeid voorziet in de basisbehoeften van het leven, werken creëert een duurzame wereld van dingen, en handelen is het domein van politieke participatie en vrijheid.

Wanneer fundamentele behoeften zoals huisvesting niet worden vervuld, kunnen mensen zich niet bezighouden met hogere orde activiteiten zoals politieke participatie. De publieke sfeer, die essentieel is voor politieke actie en vrijheid, wordt dan bedreigd. Daarom moet de staat eerst en vooral zorgen voor de vervulling van deze basisbehoeften om een stabiele basis te leggen voor politieke betrokkenheid.

De regering zou op de eerste plaats basisvoorzieningen moeten garanderen. De staat moet beleid formuleren en implementeren dat zorgt voor voldoende, betaalbare en kwalitatieve huisvesting voor alle burgers. Dit kan door het stimuleren van de bouw van sociale woningen, subsidies voor huurders, en regulering van de huurprijzen.

Vervolgens moet de sociale rechtvaardigheid worden hersteld. Er moet gezorgd worden voor gelijke toegang tot huisvesting en andere basisvoorzieningen, ongeacht sociale of economische achtergrond. Dit kan door discriminerende praktijken op de woningmarkt aan te pakken en te zorgen voor transparante en eerlijke toewijzingssystemen. De overheid moet ook specifieke maatregelen nemen om de meest kwetsbare groepen, zoals alleenstaande ouders, jongeren en vluchtelingen, te ondersteunen in hun zoektocht naar huisvesting.

Als derde moeten democratische instellingen worden versterkt. Burgers moeten platforms hebben om actief deel te kunnen nemen aan besluitvormingsprocessen. Dit kan door het bevorderen van buurtcomités, stadsvergaderingen en andere vormen van directe democratie. Daarvoor is het belangrijk dat de staat transparant opereert en verantwoording aflegt over haar beleid en acties. Burgers moeten inzicht hebben in hoe besluiten worden genomen en welke belangen worden gediend.

Tenslotte is het belangrijk om economische stabiliteit te bevorderen. Voldoende werkgelegenheid en een robuust sociaal vangnet bieden economische zekerheid. Dit helpt burgers om zich minder zorgen te maken over hun basisbehoeften en meer betrokken te raken bij de publieke sfeer.

Mijn tweede verzoek om verheldering

In het Nationaal Kiezersonderzoek 2023 is te lezen dat veel Nederlanders de problemen in het land als groot ervaren, maar dat zij weinig vertrouwen hebben in de politiek om deze problemen op te lossen. Het Toeslagenschandaal en de aardbevingsschade in Groningen worden gezien als symbolen van een falende overheid, die niet in staat is om de door haarzelf veroorzaakte problemen effectief aan te pakken. Hoewel het vertrouwen in de politiek iets toenam na de val van kabinet Rutte IV, blijft de onvrede groot. De tevredenheid over het functioneren van de democratie is weliswaar hoger dan het vertrouwen in de politiek, maar ook deze is kwetsbaar voor de zorgen over hoe democratie in de praktijk wordt uitgevoerd.

Hoe zou u de relatie tussen het falen van de overheid bij het oplossen van fundamentele problemen, en het bredere vertrouwen in de democratie duiden? Welke gevaren ziet u voor de politieke vrijheid en het functioneren van de publieke sfeer wanneer burgers hun vertrouwen in de overheid en de democratische processen verliezen?

Derde reflectie

Wanneer de overheid herhaaldelijk faalt in het aanpakken van fundamentele problemen, zoals het Toeslagenschandaal en de aardbevingsschade in Groningen, leidt dit onvermijdelijk tot een erosie van vertrouwen onder de burgers. In mijn werk heb ik betoogd dat de legitimiteit van politieke instituties en het vertrouwen van burgers in deze instituties essentieel zijn voor een gezonde democratie. Wanneer dit vertrouwen wordt ondermijnd, ontstaat er een kloof tussen de theoretische idealen van democratie en de realiteit van politieke praktijken. Dit gevoel van ontevredenheid en wantrouwen kan leiden tot apathie en desillusie onder burgers, waardoor politieke participatie en betrokkenheid afnemen. Dit ondermijnt de vitaliteit van de publieke sfeer, de ruimte waarin burgers samenkomen om te debatteren, te handelen en gezamenlijk beslissingen te nemen.

De recente verkiezingswinst van radicaal-rechtse en populistische partijen zoals de PVV, NSC en de BoerBurgerBeweging is een symptoom van deze wijdverspreide onvrede. Deze partijen kunnen profiteren van het wantrouwen en de ontevredenheid door simplistische oplossingen te bieden en zondebokken aan te wijzen, wat de polarisatie in de samenleving vergroot. Dit is bijzonder zorgwekkend omdat dergelijke bewegingen democratische waarden zoals de rechtsstaat, pluralisme en individuele vrijheden kunnen ondermijnen.

Hoewel burgers misschien nog steeds waarde hechten aan het concept van democratie, kan de ontevredenheid over de daadwerkelijke werking ervan toenemen. Dit kan leiden tot een situatie waarin de formele structuren van de democratie intact blijven, maar de inhoudelijke participatie en betrokkenheid van burgers afnemen. Het verlies van vertrouwen kan ook leiden tot polarisatie en de verdere groei van populistische bewegingen.

Een verzwakt vertrouwen in de overheid kan leiden tot een verzwakking van de rechtsstaat. Burgers kunnen de legitimiteit van wetten en regels in twijfel trekken, wat kan leiden tot een situatie waarin de naleving van de wet afneemt en de maatschappelijke orde in gevaar komt. In zulke omstandigheden kunnen mensen de verleiding voelen om te denken dat een autocratie of een autoritaire leider de oplossing biedt, omdat zij althans de schijn kunnen wekken van daadkracht en eenvoud in het aanpakken van complexe problemen.

Om het vertrouwen van de burgers te herstellen en de publieke sfeer te versterken, moet de overheid transparanter opereren en verantwoording afleggen over haar daden. Dit helpt om het vertrouwen van de burgers te herstellen en de geloofwaardigheid van de democratische processen te versterken. Het verbeteren van de overheidsdienstverlening en het efficiënt en rechtvaardig aanpakken van problemen zoals de woningbouwcrisis, toeslagenaffaire en aardbevingsschade is cruciaal. Dit toont aan dat de overheid in staat is om haar fundamentele taken uit te voeren en de belangen van haar burgers te behartigen.

Het bevorderen van participatieve mechanismen zoals burgerfora, referenda en andere vormen van directe democratie kan helpen om burgers meer betrokken te maken bij het politieke proces en hun vertrouwen te herstellen.

Tot slot moet er geïnvesteerd worden in burgerschapseducatie en het bevorderen van een cultuur van debat en dialoog. Dit helpt burgers om geïnformeerd en betrokken te blijven, en versterkt de democratische ethos. Een goed geïnformeerde burgerij is beter in staat om kritisch te denken en actief deel te nemen aan het democratische proces, wat essentieel is voor het behoud van politieke vrijheid en de stabiliteit van de samenleving.

Mijn derde verzoek om verheldering

Hoe ziet u de relatie tussen revoluties en de publieke sfeer in On Revolution, en hoe is dit relevant voor de hedendaagse situatie in Nederland, waar het vertrouwen in de overheid afneemt en de vraag naar radicale veranderingen toeneemt?

Vierde reflectie

In “On Revolution” verkende ik de relatie tussen revoluties en de publieke sfeer, waarbij ik stelde dat echte revoluties niet alleen politieke veranderingen teweegbrengen, maar ook de publieke sfeer opnieuw vormgeven en revitaliseren. Revoluties ontstaan vaak uit een diepgeworteld gevoel van onrechtvaardigheid en de roep om vrijheid, en ze hebben het potentieel om de publieke ruimte te heroveren als een arena voor actie en debat.

De publieke sfeer is essentieel voor politieke actie en participatie; het is de ruimte waarin burgers samenkomen om gezamenlijk te handelen en te delibereren over gemeenschappelijke zaken. Wanneer deze ruimte wordt ondermijnd door falende overheidsinstituties en een gebrek aan vertrouwen, zoals we momenteel in Nederland zien, ontstaat er een gevaarlijke situatie. Dit kan leiden tot apathie, desillusie en een roep om radicale veranderingen, zoals blijkt uit de opkomst van populistische en radicaal-rechtse partijen.

In de context van Nederland vandaag, waar het vertrouwen in de overheid afneemt en de vraag naar radicale veranderingen toeneemt, kunnen we parallellen trekken met de dynamiek van revoluties zoals ik die beschreef. De onvrede over het onvermogen van de overheid om fundamentele problemen op te lossen, zoals het Toeslagenschandaal en de aardbevingsschade in Groningen, creëert een gevoel van onrechtvaardigheid en machteloosheid onder de burgers. Dit gevoel kan leiden tot een verlangen naar een hernieuwde publieke sfeer waar burgers weer een gevoel van agency en invloed hebben.

De hedendaagse situatie in Nederland roept om een heroverweging van de rol van de publieke sfeer en de noodzaak om deze te revitaliseren. Dit kan niet alleen door structurele veranderingen in de politieke en economische systemen te bewerkstelligen, maar ook door de publieke ruimte opnieuw vorm te geven als een plek voor actieve burgerparticipatie en debat. Het is essentieel dat burgers weer het gevoel krijgen dat hun stem ertoe doet en dat ze invloed kunnen uitoefenen op de beslissingen die hun levens beïnvloeden.

Klik hier voor meer uitleg over de totstandkoming van dit artikel.

Lees ook “Spinoza’s digitale erfenis: Turing-test van AI-personages”

--

--

Reflecties uit de Menagerie der Tijdloze Filosofen

De Menagerie der Tijdloze Filosofen gebruikt werken van grote denkers om moderne kwesties te verkennen en biedt zo nieuwe inzichten en perspectieven.