Kwaliteit in het proces van diversiteit
Een artikel in NRC doet verslag van de recente vooruitgang op het gebied van genderdiversiteit aan Nederlandse universiteiten, waar voor het eerst evenveel vrouwen als mannen de rol van rector magnificus bekleden. Dit resultaat is het gevolg van jarenlang beleid en inspanningen om meer vrouwen in hoge academische functies te benoemen, wat nu vruchten begint af te werpen. Universiteiten hebben gebruik gemaakt van streefquota en monitors om deze doelen te bereiken, wat heeft geleid tot een aanzienlijke toename van het aantal vrouwelijke hoogleraren en bestuurders.
Nadat er significante vooruitgang is geboekt op het gebied van genderdiversiteit, verschuift de aandacht nu naar etnische diversiteit en inclusie van andere ondervertegenwoordigde groepen. Universiteiten willen hun inspanningen uitbreiden om meer medewerkers met een migratieachtergrond en verschillende seksuele oriëntaties te bevorderen naar hogere functies. Deze aanpak omvat onder meer het aanbieden van ondersteuningsprogramma’s en het verzamelen van gegevens over de culturele achtergrond van medewerkers, zoals de “Barometer Culturele Diversiteit”. Echter, deze methoden zijn omstreden en stuiten op kritiek, zowel binnen universiteiten als in de politiek.
Mark van Vugt, hoogleraar organisatiepsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, vreest dat groepen tegenover elkaar komen te staan wanneer individuen worden gereduceerd tot lid van een categorie. Hij stelt dat iemands identiteit zoveel complexer is dan of je een migratieachtergrond hebt. De discussie gaat daarom niet alleen over het behalen van kwantitatieve doelen, maar ook over de manier waarop de kwalitatieve aspecten van diversiteit kunnen worden gerealiseerd.
Interlocutor: Mary Wollstonecraft
Mary Wollstonecraft (1759–1797) was een invloedrijke Engelse filosoof, schrijver en een van de grondleggers van het moderne feminisme. Ze wordt vaak gezien als een pionier in het streven naar vrouwenrechten en gelijkheid, en haar werk heeft generaties feministen geïnspireerd. Ze was de moeder van Mary Shelley, de auteur van Frankenstein. Haar vrijzinnige levensstijl, waaronder haar relaties buiten het huwelijk en het krijgen van een kind als alleenstaande moeder, bracht destijds controverse teweeg, vooral na de publicatie van een goedbedoelde, maar onthullende biografie door haar echtgenoot, William Godwin. Ze was daadwerkelijk aanwezig bij de voorgeleiding van de voormalige koning Lodewijk XVI voor de Nationale Vergadering, zie de door MidJourney gemaakte impressie daarvan hierboven.
In “A Vindication of the Rights of Men” (1790) reageerde Wollstonecraft op Edmund Burke’s conservatieve standpunten door te pleiten voor gelijkheid en politieke hervormingen, waarbij ze benadrukte dat alle mensen gelijke rechten verdienen op basis van rede. In het veel uitgebreidere en beroemd geworden essay “A Vindication of the Rights of Woman” (1792) betoogde ze dat vrouwen dezelfde fundamentele rechten en onderwijs moeten krijgen als mannen, en stelde ze dat de ondergeschikte rol van vrouwen in de samenleving voornamelijk voortkomt uit hun gebrek aan onderwijs.
Stel dat we de mogelijkheid hadden om Mary Wollstonecraft deze kwestie voor te leggen. Welke inzichten zouden we krijgen, gebaseerd op haar werken, als zij als stem uit het verleden het woord zou krijgen en we een tijdloze dialoog konden voeren?
Mary Wollstonecraft: Initiële reflectie
Het verheugt mij te horen dat vrouwen eindelijk een gelijkwaardige vertegenwoordiging hebben bereikt in de besturen van universiteiten. Dit is een belangrijke stap naar gelijkheid en rechtvaardigheid. Echter, uw vraag is hoe we verder moeten gaan met het bevorderen van diversiteit, gezien de complexiteit van iemands identiteit. Laat mij mijn gedachten hierover delen, gesteund door mijn eerdere werken.
In mijn “A Vindication of the Rights of Men” heb ik benadrukt dat ware gelijkheid en rechtvaardigheid voortkomen uit het erkennen en respecteren van de intrinsieke waarde van ieder individu, ongeacht hun achtergrond. Diversiteit moet zich niet beperken tot oppervlakkige kenmerken zoals gender of etniciteit, maar moet ook andere aspecten van iemands identiteit omvatten, zoals hun ervaringen, overtuigingen en capaciteiten.
De huidige discussie over diversiteit in universiteiten lijkt zich voornamelijk te richten op kwantitatieve maatregelen, zoals quota en streefcijfers. Hoewel deze een nuttig hulpmiddel kunnen zijn om initiële ongelijkheden aan te pakken, schuilt het gevaar in het reduceren van individuen tot cijfers of categorieën. Dit kan leiden tot een vorm van betuttelracisme, zoals sommigen terecht hebben opgemerkt, waarbij mensen worden gereduceerd tot hun achtergrond in plaats van gewaardeerd te worden om hun unieke bijdragen en potentieel.
De ware uitdaging ligt in het ontwikkelen van een kwalitatieve benadering van diversiteit. Dit betekent dat universiteiten verder moeten kijken dan de oppervlakkige kenmerken en moeten streven naar een inclusieve cultuur waarin de diversiteit van gedachten, perspectieven en ervaringen wordt omarmd. Dit vereist een diepgaande reflectie op de institutionele structuren en praktijken die bepaalde groepen systematisch uitsluiten of benadelen.
Concrete interventies, zoals het ondersteunen van onderzoekers met een migratieachtergrond, kunnen een begin zijn, maar ze moeten gepaard gaan met bredere initiatieven die zich richten op het creëren van een inclusieve omgeving. Dit omvat het bevorderen van intercultureel begrip, het aanpakken van impliciete vooroordelen en het waarborgen van gelijke toegang tot middelen en kansen voor alle leden van de academische gemeenschap.
Het is essentieel dat dergelijke maatregelen transparant en zorgvuldig worden uitgevoerd, met respect voor de complexiteit van iemands identiteit en zonder hen te reduceren tot een categorie. Diversiteit moet een levende praktijk zijn, geworteld in de erkenning van de gemeenschappelijke menselijkheid en het unieke potentieel van elke persoon.
In het licht van mijn eerdere geschriften geloof ik dat de sleutel tot een rechtvaardige en inclusieve samenleving ligt in het respecteren van de rechten van alle individuen en het werken aan structuren die echte gelijkheid en rechtvaardigheid bevorderen. Het is een voortdurende inspanning die zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten moet omvatten, met een diepe toewijding aan de principes van vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Mijn verzoek om verheldering
Gegeven uw kritische visie op patriarchale structuren en uw pleidooi voor gelijke kansen voor vrouwen in leiderschap, hoe zou u, in het licht van uw werken adviseren om de diversiteit in machtsposities binnen universiteiten te bevorderen, zodanig dat deze inspanningen niet alleen kwantitatieve doelen bereiken, maar ook leiden tot een herdefiniëring van macht en invloed die de institutionele cultuur wezenlijk hervormt en verrijkt?
Tweede reflectie
Zoals ik eerder heb benadrukt, is het erkennen van de diversiteit van menselijke ervaring en de complexiteit van identiteit een cruciale eerste stap in het bevorderen van gelijkheid en inclusie binnen universiteiten. Wat ik daar nog aan wil toevoegen, is dat deze erkenning gepaard moet gaan met een fundamentele herziening van de manier waarop macht en invloed binnen de academische wereld worden verdeeld. In plaats van deze als vaste attributen te beschouwen die aan een selecte groep toebehoren, moeten ze worden gezien als verantwoordelijkheden die evenwichtig en rechtvaardig moeten worden gedeeld door alle leden van de academische gemeenschap.
Om de reeds genoemde doelen te bereiken, is het ook essentieel om de bestaande structuren en processen die tot machtsongelijkheid leiden, nauwkeurig te evalueren en waar nodig te hervormen. Dit omvat niet alleen de benoemingsprocedures, zoals ik eerder aangaf, maar ook bredere institutionele hervormingen die systemische barrières doorbreken. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de diversiteit niet alleen een kwestie is van representatie, maar dat deze ook daadwerkelijk bijdraagt aan een rechtvaardige herverdeling van macht en invloed.
Verder wil ik benadrukken dat universiteiten ook een cultuur van voortdurende verantwoordelijkheid en transparantie moeten bevorderen. Dit betekent dat de voortgang van diversiteitsinitiatieven niet alleen wordt gemonitord, maar ook kritisch wordt geëvalueerd om ervoor te zorgen dat ze echt effect hebben. Bovendien moeten universiteiten openstaan voor feedback en bereid zijn om hun strategieën aan te passen, indien nodig.
Tot slot is het van belang dat alle leden van de academische gemeenschap gelijke toegang krijgen tot middelen en kansen voor professionele groei. Dit gaat verder dan alleen de implementatie van programma’s en initiatieven, zoals mentorschap, en richt zich op het creëren van een robuuste en ondersteunende infrastructuur die is afgestemd op het ontwikkelen van het potentieel van elk individu.
Ik geloof dat echte verandering alleen kan worden bereikt door zowel de kwantitatieve als kwalitatieve aspecten van diversiteit te omarmen. Door macht en invloed te herdefiniëren en door een cultuur van inclusiviteit en rechtvaardigheid te bevorderen, kunnen we werken aan een academische gemeenschap die niet alleen divers is in uiterlijk, maar ook werkelijk inclusief en rechtvaardig in zijn functioneren.
Mijn tweede verzoek om verheldering
In uw werk was u kritisch over de manier waarop vrouwen soms enkel oppervlakkige macht verkregen, zonder echte emancipatie te bereiken. In de discussie over diversiteit binnen universiteiten kan dit worden vertaald naar een waarschuwend perspectief: dat diversiteit geen doel op zich moet zijn dat oppervlakkig of symbolisch blijft, maar diepgaand moet bijdragen aan de structurele en culturele hervormingen binnen de academische wereld. Dit roept de vraag op hoe universiteiten kunnen voorkomen dat diversiteitsinitiatieven slechts oppervlakkige veranderingen teweegbrengen, zonder de fundamentele machtsstructuren te transformeren.
Derde reflectie
Uw vraag belicht een belangrijk aspect van mijn kritiek op oppervlakkige vormen van macht en representatie. Zoals ik al eerder benadrukte, is het van essentieel belang dat diversiteitsinitiatieven niet verworden tot symbolische gebaren die de bestaande machtsstructuren ongemoeid laten. Ware emancipatie en gelijkheid vereisen dat we verder gaan dan oppervlakkige veranderingen en streven naar diepgaande structurele en culturele hervormingen binnen de academische wereld.
Wat ik hieraan wil toevoegen, is dat universiteiten moeten erkennen dat diversiteit geen einddoel is, maar een middel om een inclusievere en rechtvaardigere academische gemeenschap te creëren. Dit betekent dat diversiteit niet alleen moet worden geïntegreerd in de kernwaarden en missie van de instelling, zoals eerder besproken, maar dat er ook concrete stappen moeten worden genomen om te voorkomen dat deze inspanningen oppervlakkig blijven. Het gaat erom een omgeving te scheppen waarin alle leden, ongeacht hun achtergrond, niet alleen vertegenwoordigd zijn, maar zich ook echt gewaardeerd, gerespecteerd en ondersteund voelen in hun academische en professionele ontwikkeling.
Daarnaast is het cruciaal dat universiteiten een cultuur van verantwoordelijkheid en transparantie bevorderen. Echter, daar wil ik aan toevoegen dat dit niet alleen gaat om het monitoren van de voortgang, maar ook om het actief versterken van de stem van ondervertegenwoordigde groepen in besluitvormingsprocessen. Het is belangrijk dat deze groepen niet alleen als symbolische vertegenwoordigers dienen, maar ook daadwerkelijk invloed uitoefenen op de richting van het beleid en de cultuur binnen de instelling.
Tot slot moeten we ons realiseren dat echte verandering niet kan plaatsvinden zonder een herziening van de institutionele praktijken en beleidslijnen die systematische uitsluiting in stand houden. Dit vraagt behalve om een voortdurende investering in educatie en bewustwording, ook om een proactieve aanpak om gelijke toegang tot middelen en kansen te waarborgen. Door deze aanpak kunnen we ervoor zorgen dat de academische gemeenschap niet alleen divers is in aantallen, maar ook daadwerkelijk inclusiever en rechtvaardiger wordt in haar functioneren.
Kortom, om te voorkomen dat diversiteitsinitiatieven slechts oppervlakkige veranderingen teweegbrengen, moeten universiteiten zich inzetten voor structurele hervormingen die de institutionele cultuur wezenlijk transformeren en verrijken. Alleen dan kunnen we een academische gemeenschap creëren waarin iedereen de kans krijgt om te gedijen en een waardevolle bijdrage te leveren aan de vooruitgang van kennis en samenleving.
Klik hier voor meer uitleg over de totstandkoming van dit artikel.
Lees ook “Spinoza’s digitale erfenis: Turing-test van AI-personages”