Montesquieu en de chaosstrategie van Wilders en Faber
De Ministerraad heeft afgelopen vrijdag ingestemd met een pakket strenge asielwetten van minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV). Dit besluit markeert een belangrijk moment in de Nederlandse asielpolitiek, waarin de balans tussen rechtvaardigheid, uitvoerbaarheid en politieke ambitie centraal staat. Het pakket bevat onder meer de Asielnoodmaatregelenwet en de Wet tweestatusstelsel, die de toelatingscriteria van vluchtelingen ingrijpend wijzigen en de verblijfsduur van asielvergunningen verkorten van vijf naar drie jaar. Ook worden de regels rondom nareis aangescherpt. Minister Faber stelt dat deze veranderingen noodzakelijk zijn om grip te krijgen op migratie, maar critici wijzen op de aanzienlijke gevolgen voor de rechtspraak en de betrokken instanties.
De Raad van State en de Raad voor de Rechtspraak hebben grote zorgen geuit over de uitvoerbaarheid van de wetten. Zij voorspellen dat het onderscheid tussen vluchtelingen vanwege oorlog en diegenen die vluchten wegens vervolging zal leiden tot een golf van juridische procedures, omdat velen zullen proberen in de gunstiger categorie te vallen. Bovendien zullen de kortere verblijfsvergunningen zorgen voor meer verlengingsaanvragen en juridische bezwaren. Beide organen benadrukken dat de vreemdelingenrechtspraak nu al ernstig overbelast is, en dat deze wetgeving de situatie zal verergeren. Minister Faber erkent de werkdruk, maar blijft overtuigd dat haar plannen op lange termijn verlichting zullen bieden.
De snelheid waarmee deze wetgeving tot stand komt, roept eveneens vragen op. Betrokken partijen, zoals de Nederlandse Orde van Advocaten, hebben geklaagd over de korte consultatietermijnen, wat volgens hen de kwaliteit van de wetgeving ondermijnt. Zij wijzen ook op mensenrechtelijke bezwaren, waaronder de beperkte mogelijkheden voor gezinshereniging en de impact op kwetsbare groepen, zoals kinderen. Dit draagt bij aan de groeiende kritiek dat het proces rond deze wetgeving haastig en onzorgvuldig verloopt, ondanks de ingrijpende gevolgen voor de betrokken asielzoekers.
Hoewel de Ministerraad nu akkoord is, moeten de wetten nog door de Raad van State en de Kamers worden behandeld. Dit geeft tegenstanders de kans om de uitvoerbaarheid en rechtvaardigheid van het voorstel opnieuw ter discussie te stellen. De toekomst van deze wetgeving zal laten zien of Nederland erin slaagt om strengheid en rechtvaardigheid op een evenwichtige manier te verenigen, of dat deze poging juist leidt tot verdere druk op een al kwetsbaar systeem.
Interlocutor: Charles de Secondat Montesquieu
Charles-Louis de Secondat, baron de La Brède et de Montesquieu (1689–1755) was een Franse politieke filosoof ten tijde van de Verlichting. In een Europa waar absolute monarchieën domineerden, onderzocht hij hoe macht het beste kon worden verdeeld om vrijheid en stabiliteit te waarborgen. Montesquieu wordt vooral geroemd om zijn concept van de ‘trias politica’ of scheiding der machten: een model waarin de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende machten elkaar in evenwicht houden. Door deze verdeling wilde hij machtsmisbruik en onrecht voorkomen, en pleitte hij voor wetten die niet alleen rechtvaardig, maar ook praktisch uitvoerbaar zijn. In Nederland bestaat, net als in veel andere Europese landen, overigens geen volledige scheiding der machten.
In zijn bekendste werk, De l’esprit des lois (1748), benadrukt Montesquieu dat wetten niet in abstractie moeten worden ontworpen, maar altijd rekening moeten houden met de omstandigheden, cultuur en mogelijkheden van een samenleving. Een systeem dat zichzelf overbelast of waarvan de regels onduidelijk of onwerkbaar zijn, riskeert chaos te creëren en het vertrouwen van burgers te ondermijnen. Met deze insteek wordt hij vaak aangehaald in discussies over wet- en regelgeving die té ambitieus is of onvoldoende oog heeft voor de praktijk.
Daarnaast biedt zijn analyse van de ondergang van het Romeinse Rijk, vastgelegd in Considérations sur les causes de la grandeur des Romains et de leur décadence (1734), waardevolle lessen over hoe slecht beleid en onzorgvuldige wetten hele samenlevingen kunnen destabiliseren. Wanneer instellingen structureel overbelast raken en er geen duidelijke balans is tussen verschillende machten, ontstaan er willekeur en onrust. Deze inzichten van Montesquieu blijken opvallend actueel in het debat over complexe asielwetten die de rechterlijke macht en uitvoeringsorganisaties tot het uiterste belasten.
Stel dat we Montesquieu konden raadplegen over de nieuwe asielplannen van minister Faber? Welke inzichten zouden we krijgen, gebaseerd op zijn werk, over het belang van haalbare en heldere wetgeving die is afgestemd op de uitvoerende instanties en de bestaande werkdruk.
Montesquieu: Initiële reflectie
In het licht van de voorgestelde wetswijzigingen van minister Faber, lijkt het gepast om deze kwesties te beschouwen vanuit het perspectief van evenwicht en rechtvaardigheid binnen een samenleving, zoals ik eerder heb betoogd in mijn werken. Het is essentieel dat wetten niet alleen de stabiliteit en veiligheid van de staat bevorderen, maar ook rechtvaardigheid garanderen voor alle individuen die binnen de grenzen van die staat leven. Wetgeving moet de menselijke waardigheid en de bescherming van fundamentele rechten in acht nemen.
De zorgen die worden geuit door instanties zoals de Raad van State en de Raad voor de Rechtspraak, wijzen op risico’s van overbelasting van het rechtssysteem en mogelijke schendingen van mensenrechten. Dit roept de vraag op of de voorgestelde maatregelen niet in strijd zijn met de geest van een gematigd en rechtvaardig bestuur. Het is van belang dat wetten helder en eenduidig zijn, zodat ze niet leiden tot een wildgroei aan juridische procedures, wat de toegang tot rechtvaardigheid zou kunnen bemoeilijken.
Een ander punt van overweging is het onderscheid dat wordt gemaakt tussen verschillende groepen vluchtelingen. Dit lijkt te suggereren dat er een hiërarchie wordt gecreëerd in de rechten en bescherming die aan deze groepen worden geboden. Het is cruciaal dat een dergelijk onderscheid niet leidt tot willekeur of onrechtvaardige behandeling, wat de cohesie en het vertrouwen binnen de samenleving kan ondermijnen.
Daarbij komt dat de uitvoerbaarheid van wetten een fundamenteel aspect is van hun effectiviteit. Een systeem dat zich overbelast en zijn capaciteit overschrijdt, riskeert niet alleen zijn eigen functioneren te ondermijnen, maar ook het vertrouwen van de burgers in de rechtsstaat te verliezen.
In dit opzicht lijkt het wijs om te pleiten voor een meer evenwichtige benadering, die zowel de noodzaak erkent om migratie te beheersen als de inherente rechten en waardigheid van individuen respecteert. Wetgeving moet zodanig worden ontworpen dat zij de harmonie bevordert tussen de verschillende elementen van de samenleving, zonder daarbij de essentie van rechtvaardigheid en menselijkheid uit het oog te verliezen.
Mijn verzoek om verheldering
Kunt uw ideeën uit De l’esprit des lois en Considérations sur les causes de la grandeur des Romains et de leur décadence uitgebreider toelichten in de context van de nieuwe asielwetten van minister Faber?
Tweede reflectie
In mijn beschouwingen over het recht en de politiek, zoals uiteengezet in “De l’esprit des lois” en “Considérations sur les causes de la grandeur des Romains et de leur décadence”, heb ik vaak benadrukt dat de stabiliteit en de grootheid van een natie afhankelijk zijn van een goed ontworpen en rechtvaardig systeem van wetten. Dit systeem moet niet alleen de machtsverdeling tussen verschillende takken van de overheid in evenwicht houden, maar ook de wetten zelf moeten uitvoerbaar en in overeenstemming met de natuur van de samenleving zijn.
Neem bijvoorbeeld het idee van de scheiding der machten, dat ik als essentieel beschouw voor de vrijheid en rechtvaardigheid binnen een staat. In het geval van de voorgestelde asielwetten van minister Faber, roept de zorg om een overbelast rechtssysteem de vraag op of er niet een te grote druk op de rechterlijke macht wordt gelegd. Wanneer de uitvoerende macht wetten introduceert die leiden tot een exponentiële toename van juridische procedures, kan dit de onafhankelijkheid en effectiviteit van de rechterlijke macht ondermijnen. Dit zou in strijd zijn met het principe van scheiding der machten, dat beoogt om dergelijke overbelasting en machtsconcentratie te voorkomen.
Daarnaast is de uitvoerbaarheid van wetten een thema dat ik veelvuldig heb besproken. In “Considérations”, analyseerde ik hoe de wetten van het oude Rome in sommige gevallen niet effectief waren omdat ze niet rekening hielden met de sociale en politieke context waarin ze werden toegepast. Een wet die niet in harmonie is met de omstandigheden en capaciteiten van een samenleving, zal onvermijdelijk falen. In Nederland lijkt de bezorgdheid van de Raad voor de Rechtspraak en de Raad van State over de uitvoerbaarheid van de nieuwe asielwetten een echo van deze historische lessen. Indien rechtbanken en instanties zoals de IND al kampen met hoge werkdruk en personeelstekort, zal het introduceren van wetten die deze druk verhogen, eerder leiden tot chaos dan tot de gewenste controle over migratie.
Een ander aspect dat in mijn werken naar voren komt, is dat wetten moeten worden ontworpen om de samenhang en de menselijke waardigheid te bevorderen. In de context van de nieuwe asielwetten, is het belangrijk om te overwegen hoe het onderscheid tussen verschillende groepen vluchtelingen de sociale cohesie en de perceptie van rechtvaardigheid kan beïnvloeden. Zoals ik in mijn analyse van de Romeinse wetten opmerkte, moeten wetten niet alleen de staat dienen, maar ook de geest van de mensheid respecteren.
Kortom, bij het overwegen van de nieuwe asielwetten van minister Faber, moeten we reflecteren op het belang van een evenwichtige machtsverdeling, de uitvoerbaarheid van wetten, en het respect voor fundamentele menselijke waarden. Deze elementen zijn cruciaal om te waarborgen dat wetgeving niet alleen de onmiddellijke uitdagingen aanpakt, maar ook bijdraagt aan een rechtvaardige en stabiele samenleving.
Tweede verzoek om verheldering
Op 5 juli 2024 publiceerde NRC een spraakmakend nieuwsbericht waarin werd beschreven hoe Geert Wilders, de partijleider van de Partij voor de Vrijheid (PVV) en van minister Faber, bewust zou hebben gekozen voor een strategie van chaos binnen het Nederlandse kabinet. Deze aanpak, waarbij de PVV zowel vanuit de Kamerbankjes als vanuit de ministeriële posities actief de coalitiepartners ondermijnt, heeft geleid tot een verzwakt mandaat voor premier Dick Schoof. Wilders’ tactiek, gekenmerkt door openlijke aanvallen op het gezag van de premier en het creëren van interne conflicten binnen de coalitie, heeft het vertrouwen in de stabiliteit en cohesie van het kabinet ernstig aangetast. De snelle escalatie van ruzies en de strategische inzet van sociale media zoals X (voorheen Twitter) om politieke tegenstanders te bekritiseren, hebben de bestuurlijke effectiviteit van het kabinet ondermijnd en geleid tot een verhoogd wantrouwen zowel binnen als buiten de coalitie.
Daarnaast belichtte de nieuwsbrief Machtige Tijden van Tom-Jan Meeus voor NRC de gedeelde geschiedenis van Geert Wilders en de Amerikaanse president Donald Trump, waarbij ook de invloed van Steve Bannon wordt besproken. Meeus analyseert hoe Wilders, net als Trump, strategisch gebruikmaakt van chaos en de vernietiging van bestaande structuren om politieke doelen te bereiken. Deze strategie, geïnspireerd door Bannon’s chaos-theorie, streeft naar voortdurende destabilisatie van gevestigde instituties om ruimte te creëren voor nieuwe machtsdynamieken en politieke agenda’s. Bannon gelooft dat het creëren van onvoorspelbaarheid en het ondermijnen van traditionele politieke processen essentieel is om populistische en radicale veranderingen door te voeren. Wilders zou deze benadering toepassen in Nederland door het kabinet te destabiliseren, wat niet alleen leidt tot interne conflicten, maar ook de effectiviteit van het regeringsbeleid ernstig belemmert. Deze tactiek heeft vergelijkbare effecten als die van Bannon in de Verenigde Staten, waar chaos wordt gebruikt als een strategisch middel om macht te consolideren en politieke tegenstanders te verzwakken.
Vraag aan Montesquieu:
Geert Wilders lijkt bewust te hebben gekozen voor een strategie van chaos binnen het Nederlandse kabinet, geïnspireerd door de ideeën van Steve Bannon over het vernietigen van oude structuren om vooruitgang te boeken. Vanuit uw perspectief, gebaseerd op uw werken De l’esprit des lois en Considérations sur les causes de la grandeur des Romains et de leur décadence, hoe kan de Nederlandse regering de balans tussen de scheiding der machten behouden en tegelijkertijd de stabiliteit van het rechtssysteem waarborgen? Welke lessen uit uw werken zouden u adviseren in het omgaan met de risico’s van machtsconcentratie en overbelasting van de rechterlijke macht in situaties waarin populistische leiders zoals Wilders streven naar destabilisatie van gevestigde instituties?
Derde reflectie
In de huidige situatie waarin Geert Wilders blijkbaar een strategie van chaos hanteert, is het belangrijk om mijn ideeën over de verdeling van macht en de rol van wetten in de samenleving te overwegen. Zoals ik in “De l’esprit des lois” uiteenzet, is een evenwichtige verdeling van macht essentieel voor de vrijheid en stabiliteit van een natie. In een context waar chaos en destabilisatie de boventoon voeren, wordt dit evenwicht bedreigd, wat kan leiden tot een verlies van vertrouwen in het systeem en een gevaarlijke concentratie van macht.
Een van de belangrijkste lessen uit mijn werken is dat de scheiding der machten — of, in het geval van Nederland, de spreiding der machten — fungeert als een bescherming tegen tirannie en arbitrair bestuur. Wanneer een populistische leider, zoals Wilders, streeft naar destabilisatie, is het cruciaal dat de instituties die de verdeling van macht waarborgen, intact blijven en hun functies effectief kunnen uitvoeren. Dit betekent dat de Staten-Generaal en de rechtsprekende macht waakzaam moeten zijn en hun controlemechanismen moeten versterken om te voorkomen dat de uitvoerende macht te veel invloed krijgt.
Daarnaast herinner ik aan de noodzaak van duidelijke en uitvoerbare wetten die de rechtsstaat ondersteunen en beschermen. In “Considérations sur les causes de la grandeur des Romains et de leur décadence” benadruk ik hoe zwakke of slecht ontworpen wetten kunnen leiden tot de ondergang van een samenleving. De Nederlandse regering moet ervoor zorgen dat haar wetgeving robuust en consistent is, zodat deze niet gemakkelijk door chaos en destabilisatie kan worden ondermijnd.
Een andere belangrijke les is het belang van een geïnformeerde en betrokken burgerij. In tijden van politieke instabiliteit is het van groot belang dat burgers goed geïnformeerd zijn over de werking van hun regering en hun eigen rechten en plichten. Dit helpt om ongegronde angsten en misverstanden te vermijden, die vaak door populistische figuren worden uitgebuit.
Tot slot is het essentieel dat er een cultuur van eerbied voor de wet en de instellingen van de staat wordt behouden. Zoals ik eerder zei, moeten wetten niet alleen worden nageleefd, maar ook worden gerespecteerd als de basis van sociaal en politiek leven. Dit vereist een voortdurende inspanning van alle actoren in de samenleving — van politici tot burgers — om de integriteit van de rechtsstaat te handhaven.
In het licht van deze principes kan de Nederlandse regering de balans tussen de spreiding der machten behouden en de stabiliteit van het rechtssysteem waarborgen, zelfs wanneer ze wordt uitgedaagd door populistische strategieën die chaos en destabilisatie nastreven.
Klik hier voor meer uitleg over de totstandkoming van dit artikel.
Lees ook “Spinoza’s digitale erfenis: Turing-test van AI-personages”